Bijvriendelijk dijkbeheer
Bijvriendelijk dijkbeheer door Waterschap Rijn en IJssel
Bij de unit Waterkeringen en Vaarwegbeheer van het Waterschap Rijn en IJssel is het verzoek binnengekomen van bijenhouders
om aandacht te schenken aan het maaibeheer op de dijken ten gunste van bijen. Dit bijvriendelijk beheer is gericht op een optimale
bloei van nectar- en stuifmeelplanten. Deze mogen niet voor de bloei gemaaid worden zodat bijen en andere insecten hier maximaal
gebruik van kunnen maken. Bijvriendelijk dijkbeheer is automatisch ook gericht op de ander bloembezoekende insecten zoals
zweefvliegen, kevers en (nacht-)vlinders.
Het huidige beheer van de dijken is gericht op de instandhouding van een goed gesloten, erosiebestendige grasmat die bestaat
uit zoveel mogelijk gras- en kruidensoorten. Hiervoor worden momenteel nagenoeg alle dijkvakken 2 x per jaar gemaaid en
wordt het maaisel steeds afgevoerd. Enkele dijkvakken worden beweid met schapen (wisselbeweiding). Hierdoor zijn er in veel
dijkvakken soortenrijke en bloemrijke vegetaties ontstaan.
De afgelopen jaren zijn er in het kader van de monitoring van alle dijken in dijkring 47 tot en met 51 vegetatieopnames gemaakt
van alle dijkvakken door EurECO, Ecologisch onderzoek & advies. Op basis van de vegetatiesamenstelling zijn alle 250 proefvakken
ingedeeld in een van de vier kwaliteitsklassen goed, matig, slecht en zeer slecht.
In het voorjaar van 2015 heeft Waterschap Rijn en IJssel een aantal dijkvakken aangewezen waar de komende 3 jaar bijvriendelijk
dijkbeheer wordt toegepast. Het betreft alleen dijkvakken die minimaal een matige kwaliteit maar veelal een goede kwaliteit hebben.
Dit houdt in dat het om dijkvakken gaat met een matig tot goed ontwikkelde, soortenrijke en bloemrijke vegetatie. Waar alleen wordt
gemaaid bestaat de vegetatie uit soortenrijk, bloemrijk hooiland (vegetatietypen H2 en H3), bij beweiding met schapen bestaat
de vegetatie uit soortenrijke kamgrasweide (vegetatietypen W2 en W3).
Uitgangspunten
Voorafgaand aan de invoering van het bijvriendelijk dijkbeheer is een aantal uitgangspunten opgesteld waaraan dient te worden voldaan:
Uitvoeringsvoorstel:
De selectie van de dijkvakken met bijvriendelijk beheer is gebaseerd op het aanwezige vegetatietype. Alleen indien een van de
volgende vegetatietypen aanwezig is, mag bijvriendelijk beheer worden toegepast:
Verder is bij de selectie van geschikte dijkvakken gezocht naar trajecten die zowel een geschikt binnen- als buitentalud hebben met een van de bovengenoemde vegetatietypen.
1 Dijkvak met bijvriendelijk beheer op het buitentalud van de Pannerdensedijk: niet gemaaid tijdens de voorjaarsmaaibeurt in juni
2 Dijkvak met bijvriendelijk beheer: niet gemaaid tijdens voorjaarsmaaibeurt in juni
3
4
5
6 Soortenrijke dijkvegetaties krijgen volop de kans te bloeien en zaden te maken
7 De bloeiende planten leveren nectar en stuifmeel aan bijen en tal van andere insectensoorten
8 Ook zeldzamere soorten, zoals deze bremraap, profiteren van het bijvriendelijk beheer waarbij pas laat in het seizoen wordt gemaaid
9 Het binnentalud bij dijkpaal 142 draagt de best ontwikkelde dijkvegetatie en is het meest soortenrijk van alle dijken van Waterschap Rijn en IJssel
10 De insectenfauna profiteert hier volop van de 'gedekte tafel' in de vorm van nectar en stuifmeel van de bloeiende planten
11
12
13
14
15 De dijkvegetatie bevat hier vele zeldzame plantensoorten zoals deze Kleine ruit ...
16 ... en verschillende exemplaren van Paarse bremraap ...
17
18 ... en Kleine bevernel
19 Situatie op 9 september 2015: alle plantensoorten hebben de kans gehad en gegrepen om volop te bloeien en zaden te produceren
20
21 Situatie op 9 september 2015, vanaf Duitse grens (dijkpaal 0) naar het westen
22 Dijkvak met bijvriendelijk beheer nog steeds niet gemaaid
23 In de berm bloeien nu de laatbloeiers waaronder Boerenwormkruid
24 De bloeiende planten bieden nog steeds nectar en stuifmeel voor de insectenfauna
25 Tussen de ongemaaide stengels probeert de zeldzame Tijgerspin z'n kostje bij elkaar te scharrelen
26
27 Aan de rand van het ongemaaide talud speurt een buizerd naar muizen die volop aanwezig zijn in de ongemaaide dijkvegetatie
28
29 Her en der groeien paddenstoelen die typerend zijn voor grasland
30 Op het buitentalud van de Pannerdensedijk groeit veel Wilde cichorie, een laatbloeier met blauwe bloemen ...
31 ... maar ook deze laatbloeier is al uitgebloeid en heeft al zaden kunnen maken voor het volgend jaar
32 Ook de zeldzame bremraap staat er nog ...
33 ... en heeft z'n sporen kunnen afgeven
34
35